Voorbereiding
|
Context
|
Belevingswereld
Filmsterren
|
Basisplan
|
Opdracht en randvoorwaarden
De leerlingen gaan een paspop maken met
verschillende materialen. De leerlingen krijgen een wc-rol, ijzerdraad,
wol/stof, knopen, lijn, naaigaren en een stuk hout. De leerlingen maken
hiermee een paspop. Als zij de basis van de paspop gemaakt hebben, gaan zij
er zelf kleren op ontwerpen met de stof. De leerlingen kiezen zelf een filmster
uit en mogen zelf bepalen hoe hij/zij eruit komt te zien.
|
|
Receptie /Oriëntatie
|
Introduceren
|
Beeldcultuur
We introduceren het thema ‘filmsterren’ met stukje
film over Marilyn Monroe, daar kom zij als filmster in voor. Dit is ter
inspiratie en introductie.
Beeldaspecten
Het moet een paspop worden die aangekleed
kan worden. De leerlingen krijgen ook hiervoor de benodigdheden.
Ontwikkelingsfasen
De kinderen leren hoe een paspop in elkaar zit, dat
het uit drie delen bestaat (een draad voor de armen, een draad voor de benen
en een borststuk). Ze ervaren dat je de pop in verschillende standen kunt
zetten.
|
Vragen
stellen
|
Verschillende vragen * Waar denk je aan bij een filmster? Glitter, Rode loper, Jurken, Films, Veel Geld. * Welke filmsterren ken je? George Cloony, Marilyn Monroe, Brad Pitt, Tom Cruise.* Hoe zien deze mensen eruit? Lange glitter jurken, Strakke pakken, Zonnebrillen. | |
Informeren
|
Beeldbeschouwen
Nadat we het filmpje hebben bekeken, vertel ik kort
iets over Marilyn Monroe. Daarna leg ik uit wat precies de bedoeling is. Ik
leg laat zien hoe de leerlingen de armen en benen moeten maken en ik schrijf
op het bord wat de stappen zijn om de pop te maken. Ik benoem alle
materialen, en laat ook zien op welke manier ik ze met elkaar verbindt.
|
|
Instrueren
|
Beeldend Probleem
We gaan een paspop maken. Deze paspop moet twee
armen en twee benen bevatten. Deze worden aan de romp bevestigt. Maar hoe
moeten we dat doen? (Door gaatjes te
maken en de ijzerdraden er door heen te doen). De leerlingen mogen daarna
zelf weten wat voor kleren zij de pop aan trekken, maar het moet wel op een
filmster lijken. (Dit kun je bijvoorbeeld doen door de pop een glitterjurkje
aan te doen).
|
|
Productie /Uitvoering
|
Observeren
|
Beeldend Vermogen
Het is belangrijk dat de kinderen zelf nadenken over
wat voor kleding ze de pop aan doen. De basis is er, hoe de paspop gemaakt
moet worden, maar hoe en wat ga je de pop aan doen. Die kleding moeten ze
zelf bedenken en ontwerpen.
|
Begeleiden
|
Werkprocessen
Sommige leerlingen zullen het lastig vinden om zelf
de kleding te bedenken. Ik laat ze samen werken als het zelf niet lukt, of ik
zelf ze zelf ter ondersteuning laat ik nog wat plaatjes zien. Waar nodig is,
begeleid ik de leerlingen.
|
|
Afronden
|
Tijdsmanagement
De leerlingen krijgen voor deze opdracht een uur en
30 minuten de tijd. Ik zeg het als de helft van de les voorbij is, dan moeten
de leerlingen beginnen met kleding ontwerpen. Op het einde benoem ik dat de
leerlingen nog een kwartier hebben om alles af te ronden.
|
|
Reflectie /Nabeschouwing
|
Nabespreken
|
Reflecteren
We bespreken de opdracht kort na door nog eens naar
het stappenplan te kijken, hoe moesten we de paspop ook alweer maken? De
leerlingen stallen hun werkjes op hun tafelgroepje uit en leggen er een
papiertje bij met hun naam. De Tafelgroepen staan op en gaan met de klok mee
langs elk groepje om de werkjes van elkaar te bekijken. De leerlingen krijgen
per tafel ongeveer een halve minuut om te kijken. De leerkracht stuurt dit
aan door te zeggen als de leerlingen door moeten wisselen.
|
Beoordelen
|
Beoordelingscriteria (matrix)
De paspop moet aan een aantal criteria voldoen. Het
moet twee armen en twee benen hebben, die je kunt bewegen. Daarnaast moet de
paspop minimaal één kledingstuk aan hebben, dus een jurkje of jasje. Ook moet
er gewerkt worden met stof en ander kosteloos materiaal.
|
|
Presenteren
|
Presentatievorm
De kinderen mogen een klein toneelstukje gaan
bedenken wat bij het thema ‘circus’ hoort, en gaan dat met de handpoppen
uitspelen.
|
Criteria
|
Matig
|
Voldoende
|
Goed
|
Techniek
(3 punten)
|
De paspop kan niet bewegen. (1p)
|
De paspop kan bewegen, maar niet blijven staan. (2p)
|
De paspop kan in de goede stand gezet worden en blijft staan. (3
p)
|
Materiaal
(3 punten)
|
Er is geen gebruik gemaakt van stof of kosteloos materiaal (1 p)
|
Er is gebruik gemaakt minimaal 1 stuk stof en 1 stuk kosteloos materiaal (2 p)
|
Het werk is gemaakt met veel verschillende materialen. (3 p)
|
Vorm
(4 punten)
|
Het werk ziet er niet uit als een paspop (1 p)
|
Het werk ziet eruit als een paspop, maar draagt geen kleren (2 p)
|
Het werk is duidelijk herkenbaar als paspop en heeft kleding aan. (4
p)
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten